Maryam Hassouni: 'Ik heb 21 jaar mijn mond gehouden' (2024)

Zelfmoordterrorist, onderdrukte vrouw zonder eigen stem, slachtoffer van de Marokkaanse cultuur – de rollen die Hassouni tot ver in haar loopbaan krijgt aangeboden rijgen alle clichés aan elkaar. ‘Ik schaamde me voor mijn collega’s en crewleden,’ schrijft ze in haar boek Wat de fak. ‘Denken ze nu dat ik ook zo ben, omdat ik Marokkaans ben? Want de Marokkaanse cultuur die ik ken is anders. Of hadden zij gelijken wisten zij beter wie ik was dan ikzelf?’

Als twintigjarige wist je al dat je in een rol werd geduwd die niet bij je paste. ‘Ik was meer dan dat, alle Marokkaanse vrouwen waren veel meer dan dat,’ schrijf je.

‘Ik kreeg al heel snel in de gaten dat er dingen niet in de haak waren in de filmindustrie. Eigenlijk is het enige verschil tussen de Maryam van 15 en die van 37 dat de Maryam van nu zich uitspreekt. Maar in die tijd zat ik gevangen in een droom, en ik wist dat als ik verder wilde komen, ik moest zwijgen.’

Gevangen in een droom, wat bedoel je daarmee?

‘Ik wilde heel graag gezien worden als volwaardige acteur. Ik wilde erbij horen, bij die mensen en bij die wereld. Dat is trouwens totaal mislukt, want ik heb er nooit echt bij gehoord. Maar ik heb het wel geprobeerd. Daarvoor moest ik mijn eigen grenzen negeren, afstand nemen van mezelf en me volledig aanpassen aan het patriarchale systeem.’

Gold dat voor ook voor andere vrouwen die je tegenkwam op de set?

‘Niet alleen de vrouwen – ook de mannen zitten vast in dat patriarchale denken. Ze moeten zich op een “mannelijke” manier gedragen om te groeien en hogerop te komen. Voor vrouwen geldt dat trouwens ook, je hebt genoeg vrouwen die handelen als fallocraten. Het maakt niet uit wat voor gender je bent, het systeem is uiteindelijk onveilig voor iedereen.’

Je schrijft dat je bent gaan acteren om verhalen te kunnen vertellen. Vervolgens noem je dat zelf ‘naïef’.

‘Ik hield van acteren omdat ik me daarin vrij kon voelen. Het is een vorm van zelfexpressie: je lichaam gebruiken om een verhaal te vertellen. Maar als ik nu terugkijk op mijn 21-jarige acteercarrière, dan heb ik nooit écht een verhaal kunnen vertellen. Ik ben alleen maar bezig geweest met de sh*t om me heen en met het beschermen van mezelf. Met elke keer als mij een identiteit werd aangepraat, daaraan te ontsnappen, om te ontsnappen aan de witte mannelijke blik. Echt spelen, dat heb ik nooit gedaan.’

Als je Wat de fak leest begin je je al snel af te vragen: waarom blijft ze toch doorgaan?

‘Als kind was ik al aan het acteren. Mijn vader was mijn eerste publiek: het was mijn doel om hem minstens één keer per dag aan het lachen te krijgen. Toen ontdekte ik hoeveel vrijheid er zat in acteren. Maar in de filmindustrie zat ik gevangen, en gevangenschap en creativiteit gaan niet samen. Ik ging constant over mijn grenzen heen, luisterde niet meer naar mezelf, maar ik dacht: ik zie het maar als een investering. Misschien dat er een dag komt dat iemand mij wel ziet voor wie ik ben, een dag waarop ik erbij hoor en omarmd word. Maar die dag is nooit gekomen. Als je een vrouw bent in de film-industrie kun je maar beter gewoon je mond houden en doen wat er van je gevraagd wordt. Als je een mening hebt, dan vindt men dat héél moeilijk.’

Kreeg je dat vaak te horen, dat je moeilijk was?

‘Niet direct inmijn gezicht, maar je hoort het via via toch wel. En ik kreeg te maken met veel weerstand. Die voelde ik heel erg.’

Op haar twintigste wordt Hassouni aangerand door een regisseur, tijdens de repetitie voor haar eerste rol in een theaterstuk. Ze durft niet meer naar haar werk, met pijn en moeite weet ze ontslag te nemen, maar naar haar geld kan ze fluiten – zelfs voor het werk dat ze al heeft geleverd wordt ze niet betaald. Ze krijgt te horen dat ze op een zwarte lijst geplaatst zal worden.

Jaren later komt ze er per toeval achter dat onder haar collega’s het verhaal is verspreid dat ze verliefd was geworden op een tegenspeler en dat ze daarom niet verder kon met repeteren. Het is een patroon dat zich tijdens haar carrière keer op keer herhaalt, schrijft ze in haar boek: zij trekt aan het kortste eind, de dader komt ermee weg. En naar haar verhalen wil niemand luisteren.

'Als je als vrouw in de filmindustrie een mening hebt, vindt men dat héél moeilijk'

Een dieptepunt volgt een aantal jaar later, als ze twee seizoenen een hoofdrol speelt in een televisieserie. Haar tegenspeler maakt haar het leven zuur met pesterijen en stuurt haar seksueel getinte berichten. Ze trekt aan de bel, maar met haarmeldingen gebeurt volgens haar hele-maal niets.

Hassouni: ‘Ik functioneerde nauwelijks meer, tot op het punt dat ik uitslag kreeg in mijn gezicht en kilo’s afviel. In plaats van dat hij werd aangesproken, werd ik gesust met etentjes en complimenten. Jongens, riep ik, jullie moeten niet met mij praten, je moet met hem praten, want hij moet ophouden! Maar blijkbaar durfde of wilde niemand hem erop aanspreken, want hij was een gerespecteerd acteur.’

En een intimiderende vent ook, zoals je hem omschrijft.

‘Heel intimiderend. Maar daar bleef het niet bij. Ik had bijvoorbeeld ook te maken met een regisseur die mij vertelde over zijn werkwijze: “Bij mannen wil ik in hun hoofd zitten en bij vrouwen wil ik in hun broekje kruipen.” Er liepen mensen rond die me niet bij mijn naam noemden maar bij mijn etnische afkomst. Als ze me zochten was het: “Waar is het Marokkaantje?” Het waren dezelfde mensen bij wie ik moest aankloppen als ik misstanden wilde melden. Het was alsof al die mannetjes een stiekeme afspraak met elkaar hadden gemaakt. Op een gegeven moment ga je je afvragen of het allemaal aan jou ligt, snap je? Ik vond het niet normaal wat er gebeurde, maar blijkbaar was ik de enige, want niemand zei er wat van. Op een gegeven moment kon ik gewoon niet meer verder en ben ik uit de serie gestapt. Toen kwam er pas een zogenaamd onafhankelijk onderzoek. Daar heb ik niet aan meegewerkt omdat ik was ingestort, en omdat ik mijn twijfels had bij de objectiviteit ervan.’

Het onderzoek kwam er toch, zonder jouw medewerking. Toen het was afgerond stuurde je agent het dossier naar je toe met de waarschuwing dat je het beter niet kon lezen omdat het te pijnlijk zou zijn. Je hebt het uiteindelijk pas vier jaar later geopend, toen je aan je boek begon.

‘Het eerste gevoel dat bij mij naar boven kwam toen ik het onderzoeksdossier las, was schaamte. Wie hebben dit allemaal gelezen? En hebben zij gedacht dat dit de waarheid is? Want alles was gelogen. Het is echt een smaadschrift waarin karaktermoord op mij is gepleegd. Er werden interviews met mij van heel lang geleden bij gehaald waarin staat dat ik mannen “laat bungelen”. Feiten werden verdraaid, appjes zijn aangepast om het verhaal van de producent te ondersteunen. Pislink werd ik. Gelukkig had ik nog alle documenten en alle communicatie uit die tijd, en kon ik zien hoe die onderzoeker te werk is gegaan, hoe hij mijn woorden heeft aangepast, hoe hij bewijsmateriaal heeft verdraaid. Alles om bij te dragen aan de continuering van de serie.’

Want als er uit het onderzoek zou blijken dat je de waarheidsprak, dan kwam het voortbestaan van de serie in gevaar.

‘Absoluut. Dan hadden ze consequenties moeten verbinden aan het handelen van een aantal belangrijke mensen en dat wilden ze natuurlijk niet. De producent van de serie heeft op dezelfde dag dat het onderzoeksdossier uitkwam geoordeeld dat er niks aan de hand was en dat ze verder konden gaan met draaien. Want dat was de conclusie van het onderzoek: ik ben ongeloofwaardig en leugenachtig, en de acteur over wie het ging – in het boek noem ik hem Henk – die is eigenlijk het slachtoffer.’

Wanneer je in New York studeert kom je erachter dat je woede kunt gebruiken in je spel.

‘Weet je wat het is met die woede: ik heb er ontzettend mee geworsteld. Een vrouw die alleen maar haar mening geeft wordt al snel gezien als boze vrouw, en dat kan je niet zijn als je iets wil bereiken in de filmindustrie. Ik heb dus ontzettend mijn best gedaan om elke vorm van boosheid die ik voelde te onderdrukken. Maar dat kan niet. Alles wat je onderdrukt groeit. Dus water gebeurde: op de set hield ik een grote glimlach op mijn gezicht, hoe racistisch en seksistisch iedereen ook was, en thuis richtte ik de woede op mezelf.’

'Ik heb het geschreven om mijn waarheid te vertellen. En als je me niet lust, dan vreet je me maar niet’

Hoe zag dat eruit?

‘Ik was mezelf letterlijk aan het uitschelden. Alles wat ik eigenlijk tegen die persoon in kwestie had moeten zeggen, richtte ik op mezelf, maar dan keer tien: niet alleen de woede die ik voelde naar de ander, maar ook de boosheid die ik voelde omdat ik niet voor mezelf was opgekomen. Tijdens mijn acteerlessen in New York mocht ik al mijn woede laten zien en werd het echt gevierd. Toen ontdekte ik dat woede ook een voedingsbodem kan zijn voor creativiteit en productiviteit, omdat het een enorme kracht is. En op dit moment is woede echt nodig, vind ik. Het wordt tijd dat we collectief in de fik gaan staan en het systeem slopen om iets nieuws op te kunnen bouwen. Er is een radicale systeemkritiek nodig om dingen te veranderen. Als daar woede voor nodig is, dan moeten we niet meer bang zijn voor wat andere mensen van ons vinden als we boos zijn.’

Wat maakt dat dit het goede moment is om je verhaal te vertellen?

‘Het kwam eigenlijk door de pandemie. Ik dacht: wie zegt dat ik nog tot m’n tachtigste zal blijven leven? En mocht ik nou doodgaan, dan wil ik zelf het laatste woord hebben gehad. Ik heb 21 jaar lang mijn mond gehouden, en het idee dat een of andere gast mijn zwijgen zou kunnen invullen met zijn eigen ideeën over mij, dat konik niet aan. Dus ik heb pen en papier gepakt en ik ben mijn geschiedenis gaan herstellen door elk moment in mijn carrière waarop ik heb gezwegen een stem te geven.’

En nu verschijnt je boek en hoort iedereen je stem. Wat hoop je dat er gaat gebeuren?

‘Ik hoop dat dit boek mensen aanmoedigt om hun eigen verhaal te vertellen, dat jonge meiden het lezen en zullen weten dat ze niet alleen zijn. En ik hoop ook dat de politiek het stokje van me overneemt, dat ze er serieus werk van gaan maken om de industrie veilig te maken, dat er protocollen worden vastgelegd voor het doen van onafhankelijk onderzoek. Maar goed, verder zullen veel mensen een mening gaan hebben over dit boek. Ik heb het dan ook niet geschreven om mensen te pleasen, ik heb het geschreven om mijn waarheid te vertellen. En als je me niet lust, dan vreet je me maar niet.’

Wat de fak (De Bezige Bij) is nu te koop, € 21,95

Maryam Hassouni: 'Ik heb 21 jaar mijn mond gehouden' (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Jamar Nader

Last Updated:

Views: 5403

Rating: 4.4 / 5 (55 voted)

Reviews: 86% of readers found this page helpful

Author information

Name: Jamar Nader

Birthday: 1995-02-28

Address: Apt. 536 6162 Reichel Greens, Port Zackaryside, CT 22682-9804

Phone: +9958384818317

Job: IT Representative

Hobby: Scrapbooking, Hiking, Hunting, Kite flying, Blacksmithing, Video gaming, Foraging

Introduction: My name is Jamar Nader, I am a fine, shiny, colorful, bright, nice, perfect, curious person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.